Aan het einde van hun studiejaar aan de Codarts te Rotterdam en het Koninklijk Conservatorium in Den Haag passen de studenten van de cursus gregoriaans het geleerde ook toe in de liturgische contekst. Zij zingen de mis op zaterdagmiddag in de Eendrachtskapel onder leiding van hun docent, Dr. Marcel Zijlstra. Veelgevraagd docent die meer schola’s, onder meer die in de Amsterdamse St. Nicolaasbasiliek, begeleid heeft en in Utrecht gepromoveerd is op de vroege overlevering van het gregoriaans.
Wanneer :
zaterdag 3 juni 2023, 12.45u (voorafgaand: stille aanbidding vanaf 12.00u)
Waar :
Eendrachtskapel, Eendrachtsstraat 95, 3012 XH Rotterdam
Voor wie :
wie graag deze meditatieve zang hoort, of de kapel eens in de oorspronkelijke functie mee wil maken, of eenvoudig de inspanning van de conservatoriumstudenten een warm hart toedraagt.
Verzoek :
Graag in stilte binnenkomen i.v.m. de voorafgaande aanbidding (waar ook ieder bij welkom is).
Aankondiging: https://www.eendrachtskapel.nl/nl/#nieuws
Historie kapel https://www.eendrachtskapel.nl/nl/historie
De oudste zang door de jongste stemmen in de oudste functionerende Katholieke kerk in Rotterdam
Wat is gregoriaans?
Het gregoriaans is eenstemmige zang die zijn oorsprong zelfs nog heeft in het begin van onze jaartelling. Deze is eeuwenlang mondeling aan elkaar geleerd. Pas veel later – vanaf de middeleeuwen – is er muzieknotatie van teruggevonden. Het ontstaan van de verschillende gezangen kan ook vele honderden jaren uiteen liggen.
De tekstvoordracht is doorslaggevend. Het is in wezen zingend bidden, wat vaak de trance-achtige indruk geeft. De meeste gezangen hebben dan ook geen vast metrum. Vrije ritmes vragen afstemming van de zangers op elkaar, waartegenover staat dat de melodieën niet vergen dat exact gelijk ingezet, afgerond of zelfs maar geïntoneerd wordt.
Betekenis voor de muziekgeschiedenis
Het gregoriaans is de basis van de christelijke liturgieën, die twee millennia toewijding en spiritualiteit voortdraagt. Veel componisten zijn ermee opgegroeid. Voor hen – zeker in eigen kerkelijke composities – is het gregoriaans hun ‘alfabet’.
Bijvoorbeeld Palestrina, d’Haen, Tallis, Byrd, Arcadelt, Bruckner, Fauré, Duruflé, Hendrik Andriessen tot en met de hedendaagse MacMillan en Arvo Pärt – om een paar uit de enorme rij te noemen - konden onmogelijk onderdoen voor de kwaliteitsstandaard van hun oudste voorgangers: zij componeren gericht op voordracht van de liturgische tekst. Het gregoriaans is in hun eigen werk ook vaak weer verweven, levert thema’s, enz.. De overlevering stelt daarmee zo’n proeve van bekwaamheid dat de ongelovige Strawinsky het niet na kon laten een mis op de romeinse liturgische teksten te componeren om zijn meesterschap te bewijzen.
Wie geen kennis heeft genomen van het gregoriaans mist een bouwsteen van heel veel latere muziek en laat zodoende een “laag” daarvan langs zich heen gaan.